Weer wat leven in de Brouwerij op dag 11
De laatste dagen zijn we druk met van alles en nog wat maar vooral ook om de gang er in te houden. We hadden weer eens te maken met een lichtweer gebied dat ons pad kruiste. Licht weer betekend nauwelijks druk in de zeilen maar er staat wel nog steeds een hele vervelende deining waardoor alles klappert. Dit weerbeeld is hoogst vermoeiend. Als er al wind was kwam deze recht van achteren. We hebben onze parasailor er op gezet, grootzeil naar beneden en fok ingerold. Het lastige van de parasailor is dat dat betekend dat je op de hand moet sturen. De hydrovane maakt weliswaar een rechte lijn op de kaart maar in werkelijkheid maak je uitslagen van 30 graden naar bakboord danwel stuurboord en dat werkt niet met een spinaker.
Ook gedurende de nacht van dag 9 naar 10 hebben we de parasailor er op laten staan. Een hele heldere maan gaf ons voldoende licht en vertrouwen om dat te doen. Toch wel stukken op de autopilot gestuurd maar dat slurpt energy en dat is nog steeds een schaars artikel op een zeiljacht. Gedurende de nacht kwam er al een licht briesje op en hield het geklap van de parasailor op en bleef deze vol staan. Geen geluid meer, veel maanlicht en nu ook een snelheid van 5 knp. Geweldig! Bij dageraad zette de wind nog eens even aan tot 15 knp en dat bleef gedurende de dag. Prachtig zeilen met een koers die ongeveer recht op het doel af was maar een tendens had ons iets noordelijk te laten gaan. De hele dag, onder stralende zon zagen we scholen vliegende vissen opstijgen en werkelijk tientallen meters verder weer het water inschieten. Dat doen ze niet voor hun lol maar om te vluchten want ook de hele dag zagen we Bonito’s ( kleine tonijnen) uit het water springen die duidelijk op jacht waren.
Oh ja, nog even vergeten, op dag 9 kwam een enorme school dolfijnen om ons heen. We zagen ze al in de verte springen op weg naar ons. Het waren er veel. Maar blijkbaar waren we, gezien onze geringe snelheid door de weinige wind, niet interessant genoeg want na 10 minuten vertrokken ze weer. Vrijwel de gehele reis tot nu toe worden we gezelschap gehouden door een meeuw met een enorme puntstaart. Wat voor merk en typenummer dat beestje is weten we niet maar elke dag weer is hij er en probeert dan te landen op het puntje van de mast ( gelukkig zonder resultaat want onze antenne’s daarboven zitten hem een beetje in de weg). Na op dag 10 bij avondschemer de gribs nog eens opgehaald te hebben bleek dat er zich recht op ons pad weer (!!) een lichtweer gebied aan het vormen was. Daar hadden we geen zin in en proberen nu aan de zuidkant ervan te komen en er zo onderlangs te varen. Aan de zuidkant zit ook een gebied met meer wind. Het roer ging dus letterlijk en figuurlijk om. In plaats van een koers van 290 graden dat wij stuurden varen we nu 235 graden. Als alles goed loopt gaan we dan zaterdag weer een meer noordwestelijke koers varen om uiteindelijk uit te komen waar we willen maar dan dus met een omweggetje. Kijken of we gelijk krijgen.
We meten onze dagafstanden van 13.30 UTC tot de volgende dag 13.30 UTC. Op dag 9 in totaal 106 mijl gevaren en op dag 10 waren het er 116. Dag 11 is nog niet voorbij als ik dit schrijf. Het is nu mijn wacht die loopt tot 02.00 uur UTC. Ga nu Marjolein wakker maken, want het is haar beurt
Zo, het is nu 3 uur later. Heb even lekker liggen tukken en heb weer wacht. Op die onmetelijke oceaan zie je nauwelijks andere schepen. Ik lees wel eens verhalen van andere jachten die hetzelfde gedaan hebben als wij nu en die dan de hele tocht geen schip tegenkomen. Welnu, wij wel want er kruiste zojuist een knoert van een olietanker (VLCC) onze koers op nog geen 2 mijl afstand. En dat is best dichtbij op zo’n grote plas water. Dit is overigens al het zevende vrachtschip dat we tegenkomen. Blijven opletten dus want volgens Murphy’s Law zou de volgende wel eens op een “to close for comfort” afstand kunnen passeren