Fietsen door de jungle
26 juni
De dag begint erg regenachtig. We zijn noodgedwongen om eerst ons boek uit te lezen en de buien af te wachten. Als het allemaal iets overzichtelijker worden gaan we boodschappen doen. We beklimmen de equivalent van de Mont Blanc in Dalarö en gaan via de algemene-boodschappen juwelier, naar de vis juwelier, en dan via de brood juwelier weer terug naar de boot. We lopen onder eindeloos veel Gouden regen, en op een gegeven moment komt er op ooghoogte een stel ganzen langs gevlogen.
We gaan vandaag richting Utö, er is alleen geen wind. Dus op de motor erheen. We worden omringd door eindeloos veel vergezichten, het regent in de verte wij zitten in de zon. Dit levert de kreet op “Dit is het leuke aan zeilen, dan ga je pas kijken naar dingen waar je nooit op let”, in dit geval dus de wolken. We komen net voor de buien aan in Utö.
Wanneer de regen ophoud besluiten mama en ik te gaan fietsen. De vouwfietsen worden uit het fietsenhok getoverd en we gaan op weg. Een stevige heuvel wordt als eerste bedwongen en we gaan via het bos naar een uitkijk punt. Deze kijkt hij op een baaitje, naar de zee, de keien zijn hier helemaal glad en hier en daar een boompje. Hier vinden we een leuk bankje wat duidelijk is gebouwd voordat de dennenbomen die het zicht belemmerde er groeide. Tweede gevleugelde uitspraak, “Heb je ooit zo bewust naar een dennenboom gekeken?”. Mama ontdekt een groene streep op een boom en op de boom daarachter nog een groene streep. Hieruit ontspruit het idee dat dit wellicht een wandelroute is.
We besluiten het te volgen, met de fiets in de hand. De eerste drie bomen zijn makkelijk te volgen. Dan moeten we een grote kei af, nog een grote kei af, een klein modderstroompje over, via een omgevallen boom een kei op, en rechts achter er weer af, en dan begint er toch wel een beetje een irritatie te ontstaan. Was die nou wel het beste idee? Met de fiets deze survival tocht? Maar de route loopt langs de baai en brengt ons op prachtige locaties. Als we onszelf aan de andere kant van de baai terugvinden voor een houten bruggetje is er no-way back. We kunnen niet meer terug en vooruit is de enige optie. Nu is het nog leuk. Een uur later wat minder. Er komt geen einde aan de groene streepjes op de bomen en het is ook niet dat de bewoonde wereld nog zichtbaar is. Het enige waaruit blijkt dat we niet de enige op de wereld zijn, is dat we op een pad lopen waar er voetafdrukken duidelijk zichtbaar zijn.
De fietsen zijn meer een last dan een zegen maar we besluiten dat we maar blij moeten zijn dat we deze hebben en geen oma fiets want die had niet zo makkelijke over de keien gekund.
We worstelen ons door kilometers (jazeker! Kilometers!) weides, bossen, en rookgordijnen van muggen. Onze schoenen zijn intussen doorweekt en ons humeur is verre van zonnig. Intussen gaat het weer regenen en vragen wij ons af of we ooit thuis komen. Terwijl wij plannen maken over hoe wij duidelijk gaan maken dat wij een rescuehelicopter nodig hebben spotten we een elektriciteiten paal. Een teken van civilization! Binnen no time zijn we op een pad waar er huizen zijn en voordat we het weten zijn we weer terug bij de boot. We zijn een avontuur en een les verder, we gaan nooit meer zomaar boompjes met groene strepen volgen.
Dit heeft wel voor een stevige trek gezorgd. We zetten de barbecue aan op het steiger, en na de toastjes met zalmspread, kunnen we genieten van zalmspiesjes, garnalen en nog veel meer lekkers. We eindigen met bananen met chocola.( foto voor de Buss aanhang)
Het leeft hier wel, we worden omringd door kinderen met visnetjes. Waarvan eentje van nog geen drie echt haar best doet om alleen om de planken van de flonders te staan. Doodsbang dat ze tussen de speeltjes van de planken zal vallen.
Afgelegde afstand 10mijl, wind vanuit alle richtingen 1 knp daarna Z. Half bewolkt met regenbuien.