SINT MAARTEN
Vroeg, bij eerste daglicht, en dat is hier om rond 06.30 uur, vertrokken we uit Deshaies, Guadeloupe. Andere jachten vertrokken ook. Je worstelt nog even met de luwte van het eiland maar daarna krijg je de volle laag. Al snel 2 reven er in en halve wind vol gas richting Antigua. Heerlijk zeilweer alhoewel we af en toe wel een klets buiswater over ons heen kregen. Je droogt zo weer op gelukkig. Rond 14.00 uur kwamen we aan bij Jolly Harbour, een baai met marina aan de westkust van Antigua. Een baai met prachtig turquoise kleur water. Je moet echter eerst inklaren. De douane/immigration/port authority heeft daarvoor een eigen steiger en zitten ook allemaal naast elkaar. Je moet eerst naar de douane, dan de immigrtaiion, dan weer terug naar de douane, vervolgens naar de port authority (hier even betalen) en dan weer terug naar de douane. Als je dan zegt dat je de volgende dag om 0700 uur weer gaat vertrekken moet je dus weer uitklaren, geen probleem, het hele spel begint weer van vooraf aan. Marjolein zag dat allemaal op een afstand gebeuren. Het was net zo’n toneelstuk van John Lanting, deurtje open, volgende deurtje in, weer terug en daarna weer 2 deurtjes verder . Na dit hele spel gespeeld te hebben in ongeveer 2 uur weer uit de haven vertrokken en in de baai voor anker gegaan. Het was een rustige avond en nacht. De volgende morgen weer vroeg uit de veren en op weg naar Nevis. De koers was plat voor het laken maar in het begin zeer weinig wind dus het ijzeren zeil moest het werk doen. Na ongeveer 2 uur kwam de wind opzetten en werd het een tochtje tot aan Nevis alleen op het grootzeil, ging hard genoeg. Bij Nevis aangekomen zag de ankerplaats er nu niet zo denderend uit en besloten we door te vanen naar Basseterre, de hoofdplaats van St Kitts waar we om 17.00 uur aankwamen. Ook in St Kitts moet je inklaren en dat kan alleen in Basseterre. Naast de Cruiseterminal (er lag een kneiter van een cruiseliner) is een kleine marina waar we maar ingevaren zijn. Door de havenmeester werden we direct aangeroepen dat er geen plaats was en dat we maar voor de haven voor anker moesten. We zagen echter een Noors jacht van ongeveer gelijke lengte liggen en die hadden geen bezwaar als wij naast hen zouden komen liggen. Na wat verdere smeekbedes naar de havenmeester ging hij akkoord. Omdat het pas 17.00 uur was zijn we direct het proces ingedoken om in te klaren en ook hier weer, eerst de douane, dan de havenmeester, dan de immigration en daarna de port authority. Gelukkig ging in en uitklaren nu wel gelijk alleen zaten de verschillende instanties niet naast elkaar maar op verschillende plekken. Het is elke keer weer wat.
Straatje in Basseterre, St Kitts
Wel besloten we om een rustdag in te plannen en eens iets van het eiland te zien, dus de volgende dag redelijk op tijd het stadje in gelopen en op zoek gegaan naar een betaalbare taxi. We wilden het Brimstone Hill Fortress wel eens bekijken.
Brimstone Hill Fortress, de Citadel, helemaal bovenop de heuvel.
Dit is een fortificatie aangelegd door de Engelsen in 1690 in hun strijd tegen de Fransen die op het andere puntje van het eiland zaten. Het is een indrukwekkend fort met een enorm smal kronkelend weggetje er naar toe boven op een puntige heuvel. Het fort was behoorlijk in verval geraakt maar wordt sinds 1970 gerestaureerd en daar zijn ze nog steeds mee bezig. Het valt inmiddels onder UNESCO erfgoed. We waren er vroeg dus het was nog zeer rustig.
Als je goed kijkt, nu vanaf zee gezien, zie je het fort bovenop de heuvel liggen
Toen we daar weer weggingen begon het redelijk vol te lopen met toeristen van de 2 enorme cruiseliners die in de haven lagen. Onze taxichauffeur ontpopte zich inmiddels als een ware tourguide door van alles te vertellen over het eiland en daar waar we langskwamen maar ook bezochten we nog de overblijfselen van een oude rum destilleerderij.
Oude distilleer-vaten voor rumproductie
Ook nog even langs een boayard gegaan waar schepen op de kant liggen zodanig dat het huricaneproof is. Ze worden dan met de kiel en roer ingegraven en staat de romp op banden op de grond
Vervolgens werden we keurig netjes afgezet bij een leuk klein restaurantje (zou het familie van hem zijn geweest?) waar we een heerlijke lunch genoten hebben. Daarna niet veel meer gedaan anders dan onze Noorse buren bij ons aan boord uit te nodigen om verhalen uit te wissel .
Morgen, woensdag 1 Feb, varen we naar St Eustatius. Een tochtje van ongeveer 20 mijl.
Dat is het dus niet geworden. Toen wij achter het eiland St Kitts vandaan kwamen was het een heerlijke halve wind van 20 tot 25 knp, de zon scheen en het was nog vroeg. Even uitrekenen wat de af te leggen afstand naar St Maarten zou zijn en of we daar nog met daglicht aan zouden komen. Dat bleek te gaan dus gaan met die banaan. Het ging HARD. De boot zat constant tegen de rompsnelheid aan en wij kregen af en toe een plens water over ons heen. Je droogt zo weer op gelukkig. Om 17.00 uur kwamen we aan in Simpson Bay en zijn daar voor anker gegaan. De baai hoort beschut te zijn maar er stond een rot swell. We hebben enorm liggen rollen. Niet echt comfortabel. Maar we waren aangekomen bij St Maarten. Volgende ochtend een beetje op tijd op en de laatste 10 mijl naar Marigot Bay gevaren waar we nu liggen. HET DOEL IS BEREIKT!!!
Contact met Elsemieke gemaakt maar die moest werken. Dus hebben wij eerst allerlei klusje gedaan om de boot op te ruimen maar ook moesten we nog inklaren. ‘s Avonds kwamen Roeland en Elsemieke aan boord. Erwin en Tessa van de Ramses die nu achter ons voor anker liggen borrelden gezellig mee. Het was heerlijk om Elsemieke en Roeland weer te zien. De komende weken blijven we hier liggen dus houd deze schrijver ook even rust.
“Standby op 16”